famBak

 

Het was zondag 29 april. Ik had een vrije zondag en ik zou in Broek in Waterland preken. Het was al een jaar van tevoren afgesproken, dus geen enkel probleem.

Een paar dagen voor de zondag belde de preekregelaar van Broek me op, welke liederen we zouden zingen. En ook vroeg ze, of ze me moest komen halen met de auto. Maar neen, dat hoefde niet. Ik heb een goede fiets van Marken gekregen toen ik vijfentwintig jaar dominee was. En die brengt me nog overal waar ik wil komen.

Maar in die nacht van zaterdag op zondag ging het flink waaien. En ja, dan wordt het even een ander verhaal. Mijn vrouw moest die zondagochtend in Edam preken, dus die bood al aan om me in Broek te brengen en terug kon ik dan wel met de bus. Maar ja, dat was mijn eer een beetje tena, maar die wind he? Op die zondagochtend was ik vroeg op en ik stond maar naar buiten te kijken: waait het hard of waait het minder hard, kan ik fietsen of moet ik met de auto?

Ik nam het besluit om toch maar te gaan fietsen. Gauw alles ingepakt in mijn koffertje en op weg. Het viel erg mee met de wind. Maar halverwege de Nes denk ik opeens: heb ik mijn preek wel bij me? En zeg nou zelf: een dominee zonder preek op de kansel, dat kan toch niet? Heb ik mijn preek wel bij me? Natuurlijk, denk ik, die zit toch in mijn koffertje. Maar honderd meter verder komt weer die gedachte op: heb ik mijn preek wel bij me? Misschien is het toch beter om af te stappen en voor alle zekerheid even te kijken. Zo gezegd, zo gedaan. En inderdaad, in mijn koffertje zat wel mijn toga, maar geen preek Wat nu? Terug gaan, dat is het enige wat er op zit. Wanneer ik een paar honderd meter teruggefietst heb, zie ik de auto van mijn vrouw aankomen. Ik gooi mijn fiets aan de kant en spring op de weg om haar tot stoppen te bewegen. Natuurlijk stopt ze gelijk. Ze vraagt: ben je niet goed geworden? Nee, zeg ik, het is erger, ik ben mijn preek vergeten. We hebben op de dijk de auto gedraaid en we zijn vlug naar de pastorie gereden. En daar lag op de tafel in mijn studeerkamer de preek die ik die ochtend in Broek zou houden. Vlug ingepakt en snel weer terug. Mijn vrouw heeft me afgezet bij mijn fiets. Ik ben weer op mijn fiets gestapt en  flink doorgetrapt en ik was nog ruim op tijd voor de kerkdienst in Broek in Waterland.

Wat gaat er op zulke momenten door je heen? Twee dingen. Het eerste is een woord van de oude Prediker uit de bijbel: Wie altijd op de wind let, komt nooit aan zaaien toe; wie altijd naar de wolken kijkt, komt nooit aan maaien toe. ( hoofdstuk 11:4 ). En het tweede waar ik aan dacht, was een oud rijmpje, dat ik als kind al geleerd had: De dominee van Urk, die moest op Schokland preken, maar door het waaien van de wind, was hij zijn preek vergeten. Nou was het niet de dominee van Urk, maar een dominee van Marken, die zijn preek vergeten was.

Afgelopen zondag was ik weer op de fiets in Waterland. Ik was een paar dagen van tevoren opgebeld door de preekregelaar van Zuiderwoude, dat ze daar nog een dominee voor de zondag zochten. De dominee die zou komen preken, moest plotseling naar  het ziekenhuis. Dat kan gebeuren. Of ik vrij was? Ja, ik had een vrije zondag. Of ik dan maar zondagochtend in Zuiderwoude wilde komen preken? Nou, in de loop der jaren heb ik de mensen van Uitdam en Zuiderwoude wel leren kennen, dus het was allen maar leuk om in Zuiderwoude te preken.

Maar ik heb, toen ik mijn koffertje inpakte en mijn koffertje met mijn spin achterop de fiets vastbond, wel drie keer gecontroleerd of mijn preek er echt in zat. Want ja, één keer je preek vergeten, is leuk, maar het moet geen gewoonte worden. Daar ben ik nog te jong voor. Denk ik.

                                                                                                                       Ds J. Pronk