famBak

 

‘Gaudete’(‘Verblijd u in de Heer, Filippenzen 4: 4’)

Zondag 13 december 2020 om 17.00 uur in de Grote Kerk op Marken.

Liturg: Jannetje Kes – Appel

Toelichting op de lezingen: ds. H. Z. Klink

Organist: Dirk Kes

Orgelspel en het luiden van de klok

Stil gebed (staande)

Liturg: Votum (staande)

Heer, open mijn lippen

Mijn mond zal zingen van uw eer

God, kom mij te hulp

Heer, haast, u mij te helpen

Lezing uit de Psalmen: Psalm 85

Orgel: Psalm 85: 3 en 4

Bij wie Hem vrezen is zijn heil geplant.

Zijn heerlijkheid zal wonen in dit land,

het heilig land waar goedheid trouw ontmoet,

het recht de vrede met een kus begroet;

de trouw die uit de aarde opwaarts schiet,

het recht dat uit de hemel nederziet.

De velden deelt Hij van zijn overvloed

de Here die ons zegent met zijn goed.

Waar Hij ook gaat, de vrede gaat Hem voor,

liefde en trouw ontspruiten in zijn spoor.

Gerechtigheid is voor zijn aangezicht,

zij bloeit alom waar Hij zijn voetstap richt.

Orgel: Lied 195, Klein Gloria

Ere zij de Vader en de Zoon

en de heilige Geest,

als in den beginne, nu en immer

en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.

Toelichting op de lezingen door ds. H. Z. Klink

Oudtestamentische lezing: Jesaja 35: 1-10

Orgel: Gezang 111: 1-4 uit de Ned. Herv. Bundel 1938

 

De dorre vlakte der woestijnen

zal zich verblijden eindeloos;

de zandzee zal herschapen schijnen,

want bloeien zal zij als een roos.

Van heil’ge vreugde zal zij beven,

doortinteld van een heerlijk leven,

dat nimmermeer verwelken zal.

Zij zal de wonderen des Heren

aanschouwen en zijn grootheid eren

met jubelend triomfgeschal!

Waar eens vergeefs verdwaalden zocht

is nu een welbereide baan,

waarop des Heren vrijgekochten

bij duizenden naar Sion gaan.

Zij voelen zich van Gods geslachte,

verstomd is nu de laatste klachte,

en alle kommer weggevloôn!

Zij jubelen in blijde reien,

zij kronen ’t hoofd met groene meien,

een eeuw’ge blijdschap is hun kroon.

 

Evangelielezing: Mattheüs 11: 7-15

Orgel: Lied 445: 1 en 2

 

De nacht is haast ten einde,

de morgen niet meer ver.

Bezing nu met verblijden

de held’re morgenster.

Wie schreide in het duister

begroet zijn klare schijn

als hij met al zijn luister

straalt over angst en pijn.

Zo is ons God verschenen

in onze lange nacht.

Hij die de eng’len dienen

die eeuwen is verwacht,

is als een kind gekomen

en heeft der wereld schuld

nu zelf op zich genomen

en draagt ze met geduld.

 

Moment van inkeer en verstilling

Gebeden:

Iedere gebedsintentie wordt door de liturg afgesloten met de woorden uit Lied 367E:

Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.

Stil gebed

Liturg: Onze Vader

Orgel: Avondlied (staande): Lied 239: 5-6

 

Beschermer van de christenheid,

Gij weet wie om uws naam wil lijdt

maak hen die ons vervolgen stil

dat ieder rust vindt in uw wil.

Zie Heer hoe wij gevangen zijn,

in onze moeiten, onze pijn,

sta in het duister ons terzij,

troost onze ziel en maak ons vrij.

 

Liturg: Zegenbede:

De Heer schenke ons zijn zegen. Hij beware ons voor onheil en geleide ons tot eeuwig leven,

AMEN.

Orgelspel